Chronologie van een verlenging tussen de Golden State Warriors en Jonathan Kuminga:
Eerste stap, zijn plek veiligstellen: de Warriors verlengen de qualifying offer voor Kuminga, zodat ze ten minste hun recht van eerste weigering behouden.
Tweede stap, hun positie versterken: vanuit San Francisco bieden ze verlengingen met een lagere waarde, wat voor Kuminga te weinig is. Hij uit zijn ongenoegen en blijft via zijn agent openstaan voor andere teams.
Derde stap, rode lijnen trekken: geïnteresseerde teams melden zich en peilen naar hem. De eerste contactronde is bedoeld om de marktwaarde van de frontcourtspeler te testen. Een first-round pick – plus een pakket assets – is voor GSW ononderhandelbaar. Dat moet erbij, geen uitzonderingen.
Vierde stap, onderhandelingen in Ackerman-stijl: er volgt een heen-en-weer met de Kings, Bulls, Heat, Pelicans, Bucks, Nets… aan belangstelling geen gebrek, maar de Warriors willen hem echt houden. Ze zetten een ‘hoge’ prijs op een sign-and-trade, en geen van de geïnteresseerde teams wil dat betalen.
Vijfde stap, de eisen van de speler: Kuminga drijft de inzet verder op door te stellen wat hij als zijn marktwaarde ziet: 25–30 miljoen per jaar. Wat eerst een sappige vrucht leek, oogt nu meer als een vergiftigde appel.
Zesde stap, het ultimatum: het ideale scenario voor de Warriors is Kuminga houden tegen een redelijke prijs, nadat duidelijk is dat geen ander team wil betalen wat hij vraagt. Lukt dat niet, dan blijft hij nog één jaar in de Baai tegen de qualifying offer van 7,9 miljoen dollar, zij het met tegenzin.
Potentieel ≠ prestaties
Dus wat is die prijs? Volgens de nieuwsbrief van Marc Stein willen de Warriors de Harvard-methode toepassen – gericht op de gedeelde belangen van franchise en speler – om een eindbod te presenteren van twee jaar en 40 miljoen dollar.
Waarom zou dat bod voor twee jaar aantrekkelijk zijn, terwijl de markt zelf op een bepaald moment aangaf dat andere teams hem hetzelfde bedrag over vier jaar wilden geven? Precies omdat de speler, en de NBA in het algemeen, geloven in zijn potentieel.
Zijn wisselvalligheid tot nu toe is de grootste bedreiging voor zijn talent, dat hem anders een contract van rond de 30 miljoen per jaar kan opleveren (in een categorie vergelijkbaar met Devin Vassell, Myles Turner, Trey Murphy, Jaden McDaniels of zelfs Jalen Johnson).
Twee jaar op proef
Vandaag oogt dat bedrag echter heel hoog voor een speler die extreem grillig is – de ene avond draagt hij de aanval, om de volgende vier wedstrijden te verdwijnen. Daar komt de laatste win-win van het bod van Mike Dunleavy Jr. om de hoek kijken.
Als hij zich in die twee jaar ontwikkelt en brengt wat men verwacht, zullen de Warriors als eerste onderhandelen over een lucratief contract voor vier of vijf jaar. Willen zij niet, dan staat een van de andere 29 teams klaar.
Als Kuminga zich echter blijft tonen als de wispelturige scorer die we tot nu toe hebben gezien, blijft 20 miljoen per jaar zo’n beetje zijn plafond voor toekomstige contracten.
De Warriors hebben hun zet gedaan. Nu is het aan de speler: passen, verhogen… of wachten.
(Omslagfoto door Cary Edmondson-Imagn)